Een familiegeschiedenis over actuele thema’s als woningnood, integratie en de kracht van saamhorigheid.
Het is 1975. In Suriname wordt de onafhankelijkheid uitgeroepen. “Wie gaat weg en wie blijft hier” is een grote hit op de radio. Etta besluit met haar dochter Millie en zoon Glenn naar Nederland te gaan, vader Stanley blijft voorlopig in Suriname. Vol verwachting, energie en humor probeert deze sterke moeder haar kinderen een plek te geven in hun nieuwe vaderland. Ze krijgen geen warm welkom, niemand zit op ze te wachten, er is geen werk en er zijn geen woningen.
Ze komen terecht in De Gliphoeve, de eerste flat in de Bijlmermeer die gekraakt wordt door Surinaamse activisten. Gezinnen leven er onder, boven en op elkaar, soms in bittere armoede. Men vindt er ook warmte: in eten en drinken, in muziek en in de gedeelde, vastberaden wil om te slagen. Maar het kleine gezin wordt flink op de proef gesteld.